Zoals jullie hebben kunnen lezen de afgelopen maanden was de zwangerschap van Amber loodzwaar. Ik was erg ziek en kon nog maar weinig. Toen de bloeddruk begon op te spelen en er dus een inleiding werd gepland, was ik ontzettend opgelucht. Er zou een einde worden gemaakt aan de ellende. Wat ik niet wist, was dat ik nog een aantal horror dagen zou meemaken tijdens de lange bevalling van onze prachtige dochter Amber.
Op dinsdag 17 maart mochten we ons ’s avonds melden in het ziekenhuis en werd er een ballonnetje geplaatst. Ondanks het vele voorwerk en de onregelmatige weeën zat de boel nog potdicht. Er gebeurde die nacht verder niet veel, maar Ted besloot toch bij mij te blijven en Ronja ging uit logeren bij Opa en Oma.
De volgende dag bleek het ballonnetje nog niet veel gedaan te hebben, niet genoeg in ieder geval om de vliezen te kunnen breken en het ding zelf zat ook nog lekker vast. Ik heb die ochtend twee pilletjes gekregen om de boel op gang te brengen en meteen zagen ze op het CTG zeer regelmatige weeën. Voelen deed ik die ook! Het grote puffen kon beginnen.
’s Avonds kwam het ballonnetje er uit, maar er was nog te weinig ontsluiting om de vliezen te breken. Ik had niet nog een extra dosis medicatie gekregen, want de weeën zetten goed door en ze waren tevreden over de CTG’s. Zo gingen we de nacht in. Met paracetamol en een slaappil.
De volgende ochtend ontmoeten we de dokter die uiteindelijk ook de geboorte van Amber zou doen. Deze grote Hollandse man kon wél met veel vroeten mijn baarmoedermond bereiken en m’n vliezen breken. Ik werd aan het weeëninfuus gehangen en in mijn banani punani werden allerlei draden op het hoofdje van Amber gezet en binnen in de baarmoeder geplaatst om de boel beter te kunnen monitoren.
De weeën waren tot dan aan toe nog goed te managen, maar nu werd het erg heftig. De pijn hield langer aan, ebde langer na en ze kwamen nog vaker achter elkaar. Soms kwamen er 6 tot 10 heel kort op elkaar en kon ik nauwelijks tussendoor op adem komen. Ik was ook nog eens aan mijn bed gekluisterd. Ik hing aan verschillende draden en apparatuur en moest voortdurend gemonitord worden op het CTG. Vooruitgang was er nauwelijks. In het begin kwam er al snel 3 cm, maar dat stagneerde daarna en er kwam niks meer bij.
Ondertussen werd er meer apparatuur geplaatst. Amber reageerde op de weeën, dus werd er een pompje geïnstalleerd dat water de baarmoeder in pompte. Ook werden er extra censoren in de baarmoeder en in mijn lies geplaatst om Amber beter te kunnen monitoren. Ik hing dus inmiddels vast aan een flinke kabelzooi. Toch zocht ik naar manieren om die weeën beter op te kunnen vangen, want zo ging ik het niet lang meer volhouden. Met hulp van Ted en de verpleegkundige kon ik op de rand van m’n bed zitten. Zo kon Ted mijn rug masseren, waar de weeën vaak bleven hangen en kon ik de weeën beter opvangen.
Uiteindelijk kwam er ’s avonds een arts om een mogelijke keizersnede te bespreken. Toen had ik het helemaal gehad. Als ik iets niet wilde, dan was het wel opnieuw een keizersnede en ik zat potverdomme al twee dagen weeën weg te puffen. Ik wilde Amber zelf op de wereld zetten. Ik zat er emotioneel en fysiek doorheen en begon verschrikkelijk te huilen, waardoor ik de weeën al helemaal niet meer kon opvangen. We besloten al snel om een ruggenprik te vragen. De pijn was nog wel te doen, maar zo gestrest wist ik zeker dat deze bevalling niet zou gaan lukken. Gelukkig stemden de artsen gelijk in en binnen no time stond de anesthesist naast mijn bed. Toen begon de horror.
Ik ben nogal scheef gebouwd en tijdens Ronja’s keizersnede hebben ze ook twee keer moeten prikken, dus ik verwachtte niet dat ze nu snel klaar zouden zijn. Daarnaast was ik nogal zenuwachtig voor de ruggenprik, want vorige keer voelde het aan alsof iemand met z’n vingers in m’n hersenen was aan het roeren. Deze jongeman instrueerde mij en ik deed netjes wat hij zei. Ik instrueerde hem weer als er een wee kwam en dan nam hij even pauze. Hij vond dat ik heel goed meewerkte. Er was alleen één probleem: hij kon het allemaal niet goed bij me voelen.
Dit zorgde ervoor dat hij voortdurend misprikte en mij enorme pijn deed. Het deed meer pijn dan de weeën en ik heb het uitgegild. Dit gebeurde allemaal terwijl ik nog steeds ernstig overstuur was. Huilend, puffend en trillend onderging ik alles maar. Hopend dat er snel een einde aan zou worden gemaakt en we vooruitgang zouden boeken. Elke misprik deed verschrikkelijk veel pijn. Uiteindelijk heeft hij zes keer geprikt, is er een andere anesthesist bijgeroepen en hij prikte in één keer goed. Toen waren we drie kwartier verder. Ik heb nog een week met een pijnlijke rug rondgelopen vol blauwe plekken en wondjes, maar vanaf dat punt was m’n ellende voorbij.
Het weeëninfuus werd verviervoudigd en binnen anderhalf uur zat ik op 7 centimeter! De keizersnede leek van de baan, maar de censor in m’n lies gaf aan dat Amber in nood was. De arts besloot wat bloed bij haar hoofdje af te nemen en via de zuurtegraad te testen of Amber daadwerkelijk in nood was. Gelukkig lag het aan de censor en was alles goed met Amber. We konden er nu op rekenen dat ze vaginaal geboren ging worden en dat was een enorme boost voor mij! Ik kon weer ontspannen.
Ondanks de ruggenprik, bleef ik de weeën voelen, ik had geen pijn, maar voelde de druk. Ik had zelfs het gevoel dat ik moest poepen! Hey! Was dat niet een teken dat de persweeën waren begonnen? Ik riep de artsen erbij en dit keer kwam de man weer die m’n vliezen had gebroken. Inderdaad: ik zat op volledige ontsluiting en de persweeën waren begonnen. Dit was rond een uur of 10 ’s avonds. Ik kreeg echter zeer heldere instructies dat er nog niks ging gebeuren, want ze wilden misbruik maken van de ruggenprik door Amber langzaam richting de uitgang te laten duwen. Als het hoofdje er dan goed voor lag, dan mocht ik beginnen met persen. Op deze manier werd de boel langzaam opgerekt en was er minder kans op complicaties of rupturen. Prima! Dat deed ik wel ‘even’.
De persweeën waren verschrikkelijk lastig op te vangen. M’n lichaam rilde, de druk was heel groot en ik wist niet wat ik hiermee aan moest. De arts gaf de tip om voorzichtig mee te gaan persen, dan zouden ze makkelijker op te vangen zijn dan wanneer ik ze weg moest puffen. Prima. Vanaf dit punt mocht ik niet meer op m’n knopje van m’n ruggenprik drukken: m’n benen moesten weer een beetje gevoel krijgen zodat ik goed kon persen. Ik was een beetje angstig dat de pijn en de stress weer terug zou komen, maar we gingen er voor! Zo heb ik bijna vijf uur lang persweeën opgevangen. Eindelijk kwamen de arts en de verpleegkundige me verlossen: ik mocht gaan persen! Ze zeiden wel dat dit wellicht uren zou gaan duren, omdat ik het door de ruggenprik allemaal minder goed aanvoelde.
Elke wee leerde de arts me een nieuwe techniek aan die ik graag aannam van hem. Zo werd eerst de ademhaling gereguleerd: drie keer flink lucht happen, persen en dan uitblazen tijdens één wee. M’n benen werden opgetrokken en later moest ik ze zelf vastpakken als er een wee kwam. Ik moest een focuspunt in de kamer vinden om m’n ogen open te houden. Dat werd geen Ted zoals de arts voorstelde, maar een flesje luchtverfrisser dat recht voor me op een kastje stond. Zo was ik op een gegeven moment aan het persen als een professional! De arts dacht dat het nog wel even zou duren, dus ging hij m’n buurvrouw helpen terwijl de verpleegkundige en Ted me bleven assisteren. De verpleegkundige koppelde het CTG dat de weeën registreerde af, want ik kon het immers hartstikke goed zelf en die registratie hadden ze nu niet meer nodig. Een draadje minder in m’n punani.
Niet al te lang na het vertrek van de arts zei de verpleegkundige dat ik niet moest schrikken, maar dat ze een alarm liet afgaan, want de arts moest maar snel terugkomen. We hebben het gehele persgedeelte gefilmd en toen de arts snel kwam aanrennen, kwam Ambers hoofdje er al bijna uit! Blijkbaar was ik voor een ruggenprik-dame een snelle perser. Door de ruggenprik had ik niet door dat het hoofdje al geboren was, het voelde alsof het hoofdje nog steeds vast zat, maar de arts zei dat ik m’n handen tussen m’n benen moest steken. Op dat moment kon ik Amber zo oppakken en op mijn buik leggen.
Tijdens het moment van haar geboorte werd ik volledig overweldigd door emotie. Wat was dat onbeschrijfelijk mooi! M’n tweede dochter zelf op deze wereld gezet, zelf aangepakt en lekker op m’n buik gelegd. Heerlijk mogen knuffelen en aan de borst leggen, bekijken en kusjes geven. Het was fantastisch mooi. En Amber was die zwangerschap en de horror inleiding meer dan waard. Het persen zou ik zo 100x weer willen doen, het was prachtig en ik zei ook tegen de arts en verpleegkundige dat de ruggenprik toch echt verschrikkelijker was geweest dan de geboorte.
De nageboorte stelde niks voor: de arts duwde één keer op m’n buik en de placenta kwam er prachtig mooi uit. Ted heeft ook nog de navelstreng kunnen doorknippen en we hebben heerlijk lang kunnen genieten van Amber op en aan mijn borst voordat ze door de arts werd onderzocht.
We hebben haar geboorte heel mooi op film kunnen vastleggen en daarop zie je dat de arts Amber niet eens heeft aangeraakt. Dat liet hij allemaal aan mij over. Het gebeurt niet vaak dat een inleiding die zo stroef verloopt zo’n mooi einde heeft. Iets waar ik enorm trots op ben. De uiteindelijke geboorte, vanaf het moment dat ik actief mee mocht gaan persen, duurde maar kort: 12 minuten!
Later is het hoofd van de afdeling nog langsgekomen en die heeft min of meer zijn excuus gemaakt voor de manier waarop de inleiding is gegaan. Ze vinden dat ze mij eerder pijnbestrijding hadden moeten aanbieden. Misschien hebben ze daar gelijk in, maar ik denk dat ik het niet eerder had aangenomen, want ik moest en zou dit doen zonder pijnbestrijding.
Deze bevalling en zwangerschap kreeg nog een staartje, want hoewel ik de volgende dag naar huis mocht, bleek ik een aantal dagen later ernstig ziek te zijn. Ik had toch een zwangerschapsvergiftiging te pakken. In mijn kraamweek volgde dan ook een opname op de high care van drie dagen waarbij ik weer aan allerlei apparatuur gehangen werd en nauwelijks voor mezelf of Amber kon zorgen. We zitten nu nog middenin dat staartje en mijn herstel gaat langzaam en moeizaam met veel tegenslagen, maar er is vooruitgang! Ik hoop vooral dat wanneer Ted weer begint met werken ik het aan kan voor mijn twee beeldschone dochters te zorgen.
Aan Amber zal het in ieder geval niet liggen. Zij is de meeste prachtige, tevreden baby ooit. Ze drinkt goed, slaapt nog beter en ze lijkt erg op haar zus, terwijl ze ook weer helemaal niet op Ronja lijkt. Met Ronja gaat het ook erg goed: ze is dol op haar kleine zus en helemaal gefocust op mama en de baby. Wel is ze erg rebels richting Ted en haar Opa’s en Oma’s. Ik hoop dat er de komende tijd geen gekke dingen meer gebeuren, dat ik goed herstel en ons gezin weer in balans kan komen. We zijn compleet met deze twee prachtige wondertjes waarvan we ondanks de hectiek intens genieten.
Wie, wat een bevalling. Mooi dathet uiteindelijk toch zo ging als je graag zou willen en je de baby zelf hebt aangepakt. Fijn dat ze daarin zo meewerken.
Dankjewel! Ik stond er zelf van te kijken dat ze die geboorte zo door mij lieten doen. Geweldig mooi was dat!
Wat ontzettend heftig maar erg mooi hoe je beschrijft hoe je het moment tijdens de geboorte hebt beleefd.
Dankjewel! Dat is ook echt het mooiste moment van m’n leven.
Zo dat is een heftige bevalling zeg!
Echt knap dat je ondanks de stress en spanning toch de rust hebt kunnen terugvinden en je dochter zelf op de wereld hebt gezet. En een pluim voor de arts die jou zijn vertrouwen gaf zoveel zelf te doen.
Hoop dat je herstel spoedig verloopt!
Dankjewel! M’n herstel gaat inmiddels met sprongen vooruit elke dag, nu nog medicatie langzaam gaan afbouwen en dan komen we er wel.
Fijn dat het steeds wat beter gaat! het weer wordt ook steeds beter, kun je straks weer lekker wandelen met de kinderwagen!