Word ik oud en saai?

Een goede vriendin van mij zei dat ze vond dat Ted en ik toch best wel saaie keuzes maakten vaak. M’n moeder zegt dat ik stil ben en vraagt dan altijd of er iets mis is. M’n omgeving lijkt mij maar oud en saai te vinden, maar volgens mij ben ik gewoon veranderd.

Vroeger was ik erg tegendraads en rebels, ging ik tegen de stroom in en had ik altijd een grote mond. Hoewel ik diezelfde gedachtes nog steeds kan hebben, voel ik geen enkele behoefte meer om die te uitten. Begrijp me niet verkeerd: ik vind niemand een idioot, zoals ik vroeger vaak uitriep. Ik zie dingen eerder anders dan anderen ze zien, maar tegelijkertijd snap ik hoe de anderen het zien en accepteer ik dit. Iedereen mag denken, zeggen en doen wat ie wilt. Ik vind niet dat ik m’n mening moet opdringen.

Dat keerpunt is gekomen toen ik me na m’n studiejaren ben gaan verdiepen in het boeddhisme, mindfulness, maar ook A New Earth van Eckhart Tolle las. Daarnaast begon ik met yoga, werd ik fysiek actiever en sterker dan ik ooit was geweest en merkte ik hoe goed het voelt om je lichaam optimaal te gebruiken. Hoe rustig ik daarvan werd. Ik veranderde.

Het is on-Arcadiaans om zo te veranderen, om rustig te worden en om alles (of liever gezegd veel, want alles is wel erg veel) te accepteren zoals het is. Dat is met name iets dat voor m’n eigen familie erg ingewikkeld is. Het zijn allemaal heethoofden. Ik gok dat er een aantal rondlopen die ook wat schildklierproblemen hebben.

En daar komt de grote boosdoener: nu m’n schildklier weer normaal functioneert, is van m’n oude temperament weinig meer te bekennen. Het verandert je persoonlijkheid op een positieve manier. Een getemperde versie van Arcadia is nog altijd een pittige versie kan ik je vertellen! Maar wel een versie die lekkerder dan ooit in haar vel zit en het daarom niet nodig vindt overal tegenaan te schoppen.

En ik ben natuurlijk ook moeder, huismoeder, ik heb geen eens werk! Ik werk me wel elke dag uit de naad en doe meer dan Ted op kantoor uitvoert, maar goed, betaald krijg ik er niet voor. En het is natuurlijk lang niet zo interessant als alle kantoordynamieken waar werkende professionals mee te maken krijgen. Toch kan ik met alle eerlijkheid zeggen dat ik nog nooit zo uitgedaagd ben en het nog nooit zo druk heb gehad als nu, als huismoeder. Het is een heerlijk uitdagend leven vol voldoening.

M’n vriendin ziet dat m’n leven nu voornamelijk bestaat uit thuis zijn en dingen met Ted of Ronja ondernemen. M’n hobby’s hebben zich ook binnenshuis verplaatst: ik sport thuis, ik kook creatief thuis en ik schrijf thuis. Nu ben ik nooit een sociale vlinder geweest die elke avond er op uit ging, laat staan dat ik ooit enige party scene heb bezocht, maar we gingen toch behoorlijk vaak alternatieve avonturen aan zoals naar een concert of gewoon er op uit trekken en ons eigen feestje bouwen. Dat soort dingen zijn inderdaad zowat verleden tijd. Ik heb er veel voor teruggekregen.

En m’n moeder die me stil vindt, snapt dus niet dat ik alles maar prima vind. Dat ik tevreden ben en in stilte kan genieten van de drukte om me heen. Dat ik het heerlijk vind om lekker relaxed Ronja te observeren terwijl ze Opa en Oma druk bezighoudt. Ik geniet daarvan.

En toch snap ik hun opmerkingen heel goed. Ik ben geen open boek, maar juist erg gesloten en ik laat niet gauw mensen binnen, inclusief familie en beste vriendinnen. Nu ik minder extravert ben dan ik was, kunnen ze me waarschijnlijk moeilijker peilen en zijn ze onzeker over m’n gevoelens. Wat inhoudt dat ik die gevoelens en gedachtes misschien meer met hen moet delen, niet alleen met Ted en Ronja. Dat is een hele opgave voor mezelf, maar ik zal m’n best proberen te doen het voor elkaar te krijgen.

Mijn conclusie is dan ook dat ik niet oud word en al helemaal niet saai, maar ik verander. En ik hoop dat ik nog veel van dit soort mooie veranderingen mag meemaken.

TwitterBloglovin

Mamahonger

We zijn voor het eerst sinds de zwangerschap van Ronja op vakantie geweest samen met familie. Ronja kreeg natuurlijk volop aandacht van iedereen en ik had wat meer tijd voor mezelf, voor Ted en voor andere dingen. Lekker hoor! Ronja dacht daar heel anders over.

Mamahonger

Halverwege onze vakantie kreeg Ronja mamahonger. Iets dat live borstvoedende mama’s vaak zeggen dat hun kind wil als ze 4 nachtvoedingen moeten doen na een lange dag werken, maar wat ik bij Ronja nog nooit heb ervaren buiten een paar zieke dagen om. Ronja wilde mij en alleen mij, niemand was verder goed genoeg. En dat duurt nu al een paar dagen.

Als thuisblijfmoeder ben je bijna onderdeel van het meubilair. Iedereen is interessanter dan mama. Ronja roept dan ook Papa-dit Papa-dat. Mama hoor ik als er iets gedaan moet worden of als ze iets wilt hebben. Immers mama zorgt altijd voor haar, is er altijd en doet niets anders dan Ronja, beetje sporten, beetje koken, maar toch voornamelijk Ronja-Ronja-Ronja. En begrijp me niet verkeerd: ik geniet daar volop van!

Dan is het best wel een behoorlijke schok als m’n allerliefste Ronja plotseling dag Mama zegt als ik wegga. Telkens in huilen uitbarst als ik wegloop om haar door anderen te laten verzorgen. Als ze – nu ze loopt – m’n hand komt pakken om trots met m’n tampon-tasje door het huis te paraderen en mij alles te laten zien (‘BIJ’ vlieg ‘WAF WAF’ kat ‘BAH’ viezigheid ‘KIKKER’ kikker).

Deze mamahonger mag van mij best nog wel even duren. ♥

Ronja de pulker


Ronja is een pulker, ze pulkt aan alles: terwijl ik dit schrijf is ze bezig de sticker van haar duplo-kist af te pulken. Af en toe vraag ik me af of ze geen nerveuze tik heeft dat ze zoveel pulkt.

Ronja is ook een sloper, tenminste dat dacht ik tot een jaar of 1. Ze sloopte namelijk alles dat ze te pakken kon krijgen, haar beker, haar speelgoed, haar ouders! Na een tijdje kwam ik er achter dat ze het niet probeerde te slopen, maar uit elkaar te halen. Ze wilt weten hoe iets in elkaar zit en het uit elkaar halen om dit te ontdekken.

Zo is Ronja dus erg nieuwsgierig en geïnteresseerd in hoe dingen werken, ze lijkt technisch aangelegd te zijn. Haar duplo, haar blokken en haar stapeltorens zijn haar favoriete speeltjes. Haar super leuke en schattige knuffels liggen allemaal in een aparte kast die over het algemeen dicht blijft, omdat ze er simpelweg geen interesse in heeft. Laat staan dat ze met poppen bezig is of zoiets ‘meisjesachtigs’.

En mij kennende zou je denken dat ik geen poppenmeisje was, maar als ik iets leuk vond dan waren het m’n poppen en m’n barbies. Ik was echt een typisch meisje wat dat betreft. Ronja heeft duidelijk andere interesses en natuurlijk vinden Ted en ik dat helemaal prima.

Onze pulker dus, geen nerveuze pulker, maar een geïnteresseerde pulker die wilt weten hoe dingen werken en die geïnteresseerd is in de wereld om haar heen. Wat een heerlijk kind! Wat geniet ik er van dat ze dit avontuur op haar eigen manier doorgaat. ♥

Wat ben ik blij om huismoeder te zijn

Ronja en ik gaan vaak samen naar de kinderboerderij. Het is vlakbij en ze geniet van de ruimte, de dieren en de omgeving. Vaak zijn er ook andere kinderen, maar daar is ze tot nu toe nog niet erg in geïnteresseerd. De kippen en paarden zijn leuker! Er was dit keer een hele groep kinderen, een uitje van een kinderdagverblijf. Als huismoeder twijfel je vaak of je er wel goed aan doet je kind thuis te houden, maar wat ik bij hen zag, bevestigde toch wel dat ik ontiegelijk blij ben met onze keuze om mij thuis te laten blijven om voor Ronja te zorgen. Ik ben een gelukkige huismoeder!

Allereerst dacht ik dat er gewoonweg veel mama’s met kindjes waren, maar toen zag ik een vrouw met wel drie kleine baby’s van verschillende leeftijden. Het kon duidelijk geen drieling zijn en ze bevestigde dat zij van een kinderdagverblijf waren. Ze waren met z’n tweetjes en hadden zo’n twaalf kinderen onder zich. Vier kleine baby’s en de rest waren groter, konden lopen en de meesten ook praten. Op zich waren ze goed op de kinderen aan het letten en ik denk ook niet dat dit een slecht kinderdagverblijf was, maar juist dat het zeer representatief was voor hoe het er aan toe gaat in zo’n groepje kinderen. Ik vond het verschrikkelijk!

De baby’s werden allemaal in het gras of in het zand gelegd en verder werd niet echt naar ze omgekeken. De kleintjes waren dus van alles en nog wat in hun mond aan het stoppen, werden vaak gefrustreerd omdat iets niet lukte en kregen gewoonweg weinig begeleiding. Ze werden totaal niet uitgedaagd of kregen de aandacht die ze nodig hebben. Als docent leer je dat je altijd op het niveau van je leerling moet zitten. Bij een baby houdt dit in dat je jezelf in de leefwereld van het kind moet verplaatsen en op dat niveau het kindje moet stimuleren, motiveren en begeleiden. Dit gebeurde onder geen enkele voorwaarde. De helft van de baby’s werd zelfs het grootste gedeelte van de tijd in de fietsstoeltjes gehouden.

Daarnaast waren de begeleidsters behoorlijk chagrijnig en vooral de toon waarop ze de kinderen aanspraken beviel me niet. Ik snap dat je regels moet stellen en binnen een groep autoriteit moet uitstralen. Dat kan ook met een rustig stemgeluid en met een vriendelijke benadering. Zij verhieven hun stemmen en waren geïrriteerd door het gedrag van de kinderen. Zelfs als de baby’s huilden waren ze geïrriteerd.

Ik ben dolblij dat Ronja niet naar een kinderdagverblijf gaat. Ik zie erg op tegen de peuterspeelzaal, maar gelukkig is dat maar een paar uurtjes. Thuis krijgt ze van mij alle aandacht die ze nodig heeft en de stimulatie en prikkel die ze verdient. Daardoor kan ze zich goed ontwikkelen en leert ze een heleboel. Van veel moeders hoor ik dat het goed voor hun kinderen is om naar de kinderopvang te gaan, want dan leren ze ten minste sociaal te zijn. Tot nu toe is Ronja zowat het meest sociale kindje dat ik ben tegengekomen. Ze is open, vriendelijk en wil graag delen. De meeste kinderen bijten van zich af, slaan om zich heen en willen alles voor zichzelf houden. Dit leren ze uiteraard het beste van andere kinderen, want als je in een groep moet functioneren, moet je wel jouw plekje verdedigen.

Deze gedachtegang van mij werd laatst nog bevestigd door verhalen van m’n familie over de grote gezinnen waar ze uit kwamen. Hoe groter de gezinnen, hoe meer je moest vechten voor je eigen plekje, hoe kattiger en meer gemeen de kinderen. Het doet me ook denken aan onze kinderwens: het liefst zie ik ons met drie kindjes, maar misschien is dat wel helemaal niet zo’n goed idee. Of zouden er ook grote gezinnen zijn met vrolijke, liefdevolle, rustige en gezellige kinderen? Niet rustig in de zin dat ze niet wild mogen spelen, maar rustig in de zin dat ze respect hebben voor elkaar en voor ieder mens of dier. Die rust of eigenlijk die vreedzaamheid die er nu heerst in ons huis, die ook weergeeft hoe Ted en ik met elkaar omgaan, wil ik graag behouden.

Nu weet ik ook dat dit een hekelpunt voor mij is: Ronja uit handen geven. Door haar slechte start heeft ze uiteindelijk de eerste 12 weken van haar leven op de couveuseafdeling doorgebracht. Toen zij niet meer in levensnood was, werd het erg lastig om de zorg voor ons kind te delen met vreemden. Dat vond ik verschrikkelijk. Ronja was ook erg lastig volgens het personeel, ze huilde alleen maar als wij er niet waren. Soms zeiden de verpleegkundigen zelfs dat we haar verwenden, want ze was het gewend dat wij er altijd voor haar waren. Wij waren namelijk van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat aanwezig en pakten een paar uurtjes rust ’s avonds om te slapen. Het heeft erg lang geduurd voordat ik er aan toe was om haar zorg te delen met anderen en anderen van mij iets mochten doen. Inmiddels kan ik haar met een gerust hard bij bepaalde mensen achterlaten en dit doen we met enige regelmaat. Ted heeft er veel meer moeite mee, maar dat komt uiteindelijk ook goed.

Als huismoeder kan ik Ronja overladen met individuele aandacht, kan ik haar de liefde en stimulatie geven die ze verdient. En je ziet het aan haar: ze ontwikkelt zich goed, ze is erg intelligent en creatief, ze is sociaal en open. Ze komt niks tekort. Ik vind het verdrietig om te bedenken dat straks op de peuterspeelzaal er wellicht ook een begeleidster chagrijnig naar Ronja gaat zitten katten. Gelukkig is Ronja dan zo oud en hopelijk zo vol zelfvertrouwen dat ze haar mannetje kan staan. Dat is ook een reden waarom ik nu Ronja in de handen van anderen durf achter te laten: ze weet heel goed wat ze wilt en laat dit ook duidelijk merken.

Zelf doen: onze zelfstandige Ronja

De laatste tijd worden de verschillen tussen Ronja en haar leeftijdsgenootjes steeds duidelijker doordat hun persoonlijkheden veel meer naar buiten komen. Zo merk ik dat Ronja veel zelfvertrouwen heeft en met een open blik de wereld tegemoet gaat. Dit is iets dat we graag bevorderen door haar veel zelf te laten doen, zo krijgen Ted en ik dus ook een zelfstandig kind.

Ronja is dus heerlijk onafhankelijk. Ze laat ons graag zien wat ze wilt gaan doen en vindt elke dag wel nieuwe manieren om met haar speelgoed of met keukengerei of met de katten of met het wasgoed te spelen. En terwijl ze lekker ondernemend bezig is, kletst ze voortdurend. Op het moment zit ze in een papa-fase en is alles papa, papa’s of pappies. Deze mama heeft daar heel weinig problemen mee, want sommigen gaven al het commentaar dat ik dat wel vervelend zou vinden, maar ik vind het hilarisch.

Tijdens een playdate een tijdje terug realiseerde ik me opeens dat we een zelfstandig kind zijn aan het creëren. Haar speelgenootje werd netjes door de moeder geholpen bij elk piepje of zielig blikje, terwijl ik mijn kleine dondersteen haar gang liet gaan. Als ze ergens is waar ze lekker kan spelen, komt ze ook nooit naar mij toe voor geruststelling. Dat ik er ben, is blijkbaar voldoende.

Ik hoor vaak van mama’s dat dit een nadeel is van thuismoeder zijn: je kind ziet je namelijk niet meer staan en is veel meer geïnteresseerd in andere dingen. Terwijl als je zou werken en thuiskwam, je dan de volle aandacht kreeg. Ik heb hier nul problemen mee. Ronja houdt intens van mij en is dol op me, net als ik op haar. We hebben elke dag heerlijke onderonsjes en onze band is diepgaand. Als er nieuw speelgoed is, nieuwe kindjes of nieuwe mensen vind ik het niet meer dan logisch dat ze daar al haar aandacht aan geeft. Dat moedig ik juist aan! Ik wil helemaal niet dat ze de hele tijd aan mijn benen komt hangen.

Terug naar de playdate: die was dus voortdurend aan moeders benen aan het hangen, was erg verlegen en volgde Ronja. Opeens viel me op dat deze moeder ook voortdurend haar kind hielp bij alles, iets dat ik eigenlijk niet doe. Als er iets is, komt Ronja me wel halen en als ze zich pijn heeft gedaan, dan hoor ik het wel. Als ze gaat piepen, zeuren of boos schreeuwen, dan kom ik niet aanvliegen om haar te helpen.

M’n houding richting Ronja komt natuurlijk ook door ons verleden. Als je jouw kindje aan allerlei toeters en bellen hebt zien liggen, zien vechten voor haar leven, maagsondes in haar kleine ieniemienie neusje hebt moeten proppen, dan verleg je je grenzen. Ik ben niet bezorgd als ze eens hard valt of als ze zich verslikt. Ik weet immers hoe ze er uit ziet als ze geen lucht meer kan krijgen en ik weet hoe kindjes er uit zien als ze doodgaan, ik heb het echte grote gevaar meegemaakt en weet het te herkennen. Dan doen die kleine dingetjes er minder toe. Hoewel ik me ook kan voorstellen dat ouders die dit hebben meegemaakt juist overbezorgd worden.

Ik laat Ronja dus haar eigen boontjes doppen en dat kan ze heel erg goed! Maar hier kleven ook een paar nadelen aan. Zo loopt ze nu met anderhalf jaar nog steeds niet. Ze vindt kruipen prima en daar is ze ook behoorlijk snel in. Ze kan wel lopen: aan de hand kan ze zelfs rennen en langs de meubels gaat ze als een speer, de motoriek is er dus. Ze kan echter nog niet los staan en daar is ze op aan het wachten, zodat ze ook het lopen zelfstandig kan doen. Nog een nadeel is dat ze bijvoorbeeld niet meer gevoerd wil worden, best lastig als je elke week soep eet, maar ze kan al aardig overweg met een lepel, wat dan weer een voordeel is. Ook wil ze niet dat wij haar tanden poetsen. Ted heeft om het tandenpoetsen heen een enorm ritueel gebouwd en inmiddels zijn we zo ver dat hij zachtjes al haar kiezen kan afgaan. Ze kan het ook al erg goed zelf, alleen met zo veel tandjes als Ronja heeft, is het toch wel prettig als je af en toe die kiezen ook te pakken krijgt.

Al met al geniet ik enorm van haar zelfstandige onafhankelijke houding en verheug ik me op de toekomst: hoe zal dit verder gaan op de peuterspeelzaal? Zou ze dan nog steeds zo open en vol zelfvertrouwen alles tegemoet gaan? Ik ben erg benieuwd! Ted en ik zetten onze tamelijk vrije, positieve opvoeding in ieder geval voort en proberen haar zo veel mogelijk binnen duidelijke grenzen haar gang te laten gaan zodat ze op haar eigen tempo vanuit een veilige basis de wereld kan ontdekken.

moederschap